Lance

Stel dat ik een man vermoord. Of een vrouw. Of een transgender, want in deze tijden moet je opletten dat je geen seksen uitsluit, of je wordt overladen met alle zonden van Israël. Stel dus dat ik een mens vermoord, een hij, een zij of een het. Neen, stel dat ik er meerdere vermoord, van elk een stuk of twee: twee hij’s, twee zij’s en twee hets. Ik wandel een café binnen of een fitnesscenter of een broodjeszaak en ik maak met mijn kalasjnikov zes willekeurige slachtoffers. Waarom ik dat doe is niet belangrijk, ik doe het, ik word opgepakt door de politie, word berecht en vlieg voor vele jaren achter de tralies, mijn verdiende loon. Een karig loon. Ik verdien eigenlijk de doodstraf, maar die wordt in ons land niet meer voltrokken.

In mijn cel schrijf ik een boek. Het wordt een bestseller. Wereldwijd worden er honderdvijftig (150!) miljoen van verkocht, neen, maak daar tweehonderdvijftig (250!) miljoen van. Terwijl ik in mijn cel zit te schrijven woedt er een wereldwijde pandemie, honderd keer erger dan Covid-19 en de Spaanse griep samen. Omdat ik sowieso sober leef, toch nooit van mijn royalty’s zal kunnen genieten en vooral omdat ik het zo wil, schenk ik al dat geld aan een wetenschappelijke organisatie die een vaccin ontwikkeld en met dat vaccin de halve wereldbevolking redt. Ik heb het leven verwoest van zes mensen en hun families, en ik heb er zes miljard gered. Mag ik dat op een weegschaal leggen en mezelf een dikke duim geven?

Die situatieschets of een in die trant komt in mij op bij het kijken naar de in afleveringen gehakte documentaire over het leven van Lance Armstrong, u allen bekend, die momenteel op VIER wordt vertoond. (Of werd vertoond, ik moet nog uitgesteld kijken naar aflevering 4 en mogelijk is dat de laatste.) Hij heeft de wielerwereld belazerd op een ongelooflijk brutale en arrogante manier. Medestanders die zich van hem afkeerden heeft hij kapotgemaakt. Ik heb zo verkeerd gehandeld, zegt hij een paar keer in de docu wanneer de interviewster hem met feiten uit het verleden confronteert. Maar aan zijn ogen – hij heeft echt van die hele gemene rattenoogjes gekregen – zie je dat hij het zo weer zou doen. Hij geniet ervan om sorry te zeggen voor daden waarover hij niet de minste spijt voelt. Lance Armstrong is niet het type dat graag fouten toegeeft en spijt is voor hem wat de koe schijt. Wat hem sterkt in heel die cinema, is dat hij ook de Lance Armstrong is van Live Strong, een door hem opgerichte foundation die massaal veel geld heeft ingezameld voor de strijd tegen kanker. Lance maakt de balans op en ziet zichzelf als God de vader, een atletische weldoener die zeven keer de Ronde van Frankrijk heeft gewonnen.

Waarom is Armstrong geworden wie hij is geworden? In de eerste aflevering kwamen nare dingen uit zijn jeugd aan bod. Ik ben ervan overtuigd dat zaken die zich vroeg in een mensenleven afspelen – naast een flinke valies met aangeboren eigenschappen – een grote impact kunnen hebben op het vervolg ervan. Maar vooral, hij kreeg kanker, een uitgezaaide teelbalkanker, nog voor hij de mondiaal bekende wielrenner werd. De diagnose liet hem geen schijn van kans. Deze Texaanse stier met zijn groot ego zou voortijdig onder de zoden worden gestopt. Ik kan me voorstellen dat de dode, als hij uiteindelijk toch overleeft en bovendien een aardig stukje kan fietsen, na zijn genezing zoiets heeft van ‘Hey, I am the chosen one! Fuck you all, bitches!‘. Ik belazer de kluit, ik mag dat, want ik ben uitverkoren en kan mij alles permitteren. Dankzij zijn prestaties op de fiets en het succes van Live Strong wist deze charismatische wegbereider van de wielersport in de Verenigde Staten de bobo’s van het UCI, het hoogste wielerorgaan, aan zijn kant te krijgen. Zijn preek vanaf het hoogste schavotje op de Champs-Elysées na het winnen van een van zijn Tours, waarbij hij iedereen die hem van dopinggebruik verdacht de levieten las, was zo verschrikkelijk arrogant en goed geacteerd dat hij er een Oscar voor verdiende. Alsnog kwam de val, werden zijn zeges hem ontnomen en kreeg hij allerlei boze en verontwaardigde instanties over hem heen, niet omdat ze de man zijn dopingsuccessen niet gunden, maar omdat hij zo dom was zich te laten pakken en daardoor hun eigen imagootje had geschaad. Voor Armstrong en zijn fans bleef het icoon Lance Armstrong evenwel een groot kampioen, die het slachtoffer was geworden van enkele ijverige journalisten en ambetante regelneven die hem van zijn sokkel wilden tillen.

Er bestaat een film over het leven van Lance Armstrong, The Program. De film heeft lage scores op de movie-sites. Dat is niet verwonderlijk. Niemand kan Lance zo goed spelen als Lance zelf in de documentaires die over hem zijn gemaakt. Lance Armstrong is een boef die zijn rol zo goed vertolkt dat sommigen erg van hem houden. Krachtvoer voor psychiaters. Hij heeft carrières van renners en ander wielervolk geknakt, er hun families bij gesleurd, in ware maffia-stijl. Live Strong maakt dat niet ongedaan, al zal menig genezen kankerpatiënt het niet met mij eens zijn, wat ik misschien ook niet zou doen mocht ik een genezen kankerpatiënt zijn. Onze visie op moraliteit is gekleurd door wat we zelf meemaken. Doch denken dat je fout gedrag kan uitwissen door daar goed gedrag tegenover te stellen is een rekensommetje en een onethische gedachte. Lance Armstrong is een slecht mens, een narcist, een pathologische leugenaar, een bad guy in een bloedstollende film, gebaseerd op waar gebeurde feiten, en dat gegeven verschaft een film altijd een tikkeltje extra cachet. Heerlijke televisie.

Advertentie