Aan onderstaande affiche kan ik weinig toevoegen. In de Poëzieweek zal het weer bulken van de poëzieactiviteiten overal te lande, maar in Wevelgem moet je wezen.
Alle publicerende dichters van de gemeente – ja, alle drie – staan op de affiche. Drie dichters, evenveel stemmen.
Kenner Alain Delmotte zal vragen stellen en de dichters zullen ze beantwoorden. Er zal gelachen worden, er zal allicht niet gehuild worden. Maar je weet het nooit.
Ik zal oud werk lezen, ik zal nieuw werk lezen. Vuurspuwen en tapdansen zal ik niet doen. Collegae Deraedt en Messely ook niet, vermoed ik. Maar zoals ik al zei, je weet het nooit.
Een publiek, liefst zo groot mogelijk, een goede geluidsinstallatie en voor elke dichter een glaasje water op de onderste plank van de katheder om tussen de enjambementen even te gorgelen, en vooruit met de geit.
Mijn superfan, de geachte Manu S., zal er zijn. Superfan? Jawel, superfan. Niet superman, superfan. Misschien lees ik wel zijn lievelingsgedicht (Het dikke meisje en de ziener, pagina 10), maar misschien ook niet. Zei ik al dat je het nooit weet?
Alle vragen zullen beantwoord worden op 27 januari in de Bib in het Park. Pal in het centrum van de gemeente staat een kerk, negentig meter naar het westen toe staat een kasteel, naast dat kasteel ligt een park, in dat park staat de bib.
Don’t be square, be there. Schrijf in, u zult het zich niet beklagen.

Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.