Eurovisiesongfestival (2)

Ik vroeg me af waarom de hitparade-artiesten niet naar het Songfestival gingen: Queen, Rod Stewart, Status Quo, The Sweet, Mud, The Rubettes, The Bay City Rollers, Alvin Stardust of de halfgare Gary Glitter. Het leek wel alsof er voor het festival in een aparte muzikale vijver werd gevist. Toch brachten de edities van ’74, ’75 en ’76 fraaie winnaars voort met ABBA (‘Waterloo’), Teach-In (‘Ding-a-dong’) en Brotherhood of Man (‘Save your kisses for me’). Veel mensen vinden ‘Waterloo’ nog altijd de ultieme ABBA-hit, maar als ik een lijstje zou maken met mijn 15 favoriete ABBA-hits, dan komt het er niet in voor. Mijn absolute ABBA-favorieten zijn ‘Knowing Me, Knowing You’ en ‘The Name of the Game’. Dit terzijde. Wat Teach-In betreft, er is een Amerikaanse film over een zieke jongen die naar Amsterdam reist om de auteur van zijn lievelingsboek te ontmoeten. In die film zegt een personage tegen een ander iets als ‘There was a Dutch song called Ding-a-dong. It was the favorite song of my father.’ De naam van de film ontsnapt me en ik heb geen zin om hem op te zoeken.

Laat me even doorspoelen naar 1980. Ik ben een puber en al lang niet meer bijster geïnteresseerd in het Songfestival. Vaak zie ik het meer als uitlachtelevisie dan wat anders. België wordt dat jaar vertegenwoordigd door Telex, een Waals synthesizertrio dat met ‘Eurovision’ een parodie brengt op het evenement waar het aan deelneemt. Telex is de luis in de pels, de anti-Europeaan die als verkozene zetelt in het Europees Parlement, de carnivoor in de vegan shop . Het was Telex niet te doen om de punten. Dat de drie heren geselecteerd werden en mochten optreden voor vele miljoenen kijkers in heel Europa was al een overwinning op zich. Telex is tegenwoordig terug brandend actueel met een nieuw compilatiealbum, ‘This is Telex’. Telex is zo’n beetje het Kraftwerk van den Aldi. Pioniers waren ze wel, in eigen land zeker, maar ik word niet wild van hun synth-pop covers van ‘Dear Prudence’ of ‘Ça plane pour moi’. Maar die subversieve act op 19 april – mei is dan toch niet altijd de festivalmaand – 1980 in Den Haag kon ik wel pruimen. Subversief? Toen wel. Als je het optreden echter bekijkt door de ogen van nu, lijkt het als act nogal magertjes. Visueel waren deze jongens geen hoogvlieger. Telex kwam als laatste aan de beurt, als een soort appendix. Het orkest mocht inpakken en ‘synthesizers en noemt u maar op wat er allemaal bij zit’, zoals de commentaarstem op de Nederlandse tv het noemde, namen het over. Op het einde wordt een stukje van ‘Te Deum’, de EBU-tune gespeeld. Het nemen van de foto kan gezien worden als een omkering van de rollen die artiest en publiek vervullen. Heeft het publiek niet genoten van de artiest, de artiest dan toch van het publiek, en dat moet voor het nageslacht worden vastgelegd.

Advertentie